Mantelzorg: wat heb ik met mantelzorg?

November is de maand van de mantelzorg en 10 november is de dag van de mantelzorg. Wat heb ik met mantelzorg? Wat is de reden dat het mij zo raakt? Waarom ergert het mij zo, als ik weer eens moet uitleggen wat mantelzorg is? Hoe komt het dat er zoveel mensen niets weten van mantelzorg? Wat moet kan ik doen om mantelzorg onder de aandacht te brengen?

Zoveel vragen met nog zoveel meer antwoorden. Als basis moet ik altijd denken aan een quote van Loesje “De ideale mantelzorger. Je kunt ‘m zomaar plotseling zijn.”  Want mantelzorg komt op je pad, het overkomt je, het is geen keuze en iedereen krijgt vroeg of laat te maken met mantelzorg: je bent mantelzorger, je wordt mantelzorger of je hebt in de toekomst hulp van een mantelzorger nodig. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag, ze kunnen hier niet zomaar mee stoppen en soms verrichten ze verpleegkundige handelingen.

Het woord bestaat nog niet zo heel erg lang; het is bedacht in 1972 door professor dr. Johannes Hattinga-Verschure (1914-2006). Meneer Hattinga had het over ‘zorg die je in een kleine groep aan elkaar verleent’ (bijvoorbeeld in een gezin). Hij zei: ‘de zorg voor iedereen uit de groep is als een mantel, die verwarmt, beschut en beveiligt’.
Net als kuikentjes die onder de vleugels van hun moederkip kruipen, die als een manteltje over ze heen ligt om ze te beschermen. Zo helpen mantelzorgers ook hun moeder, vader, broer, zus, opa, oma, of een vriend. Gewoon, omdat je van ze houdt.

Maar soms ben je mantelzorger tegen wil en dank! Omdat je partner chronisch of ongeneeslijk ziek wordt, terwijl je al een tijdje dacht om te gaan scheiden. Omdat je nog thuis woont en je vader voor alcohol kiest om zijn problemen en verantwoordelijkheden te vergeten. Omdat je nog thuis woont en je oudere zus overspannen weer thuis komt wonen. Omdat je moeder dementerende is en jij bent haar enige kind.

Ik ben ongeveer een jaar zo goed en kwaad als het ging mantelzorger geweest voor mijn 77-jarige vader. Mijn moeder was dat jaar daarvoor overleden, mijn vader was mantelzorger voor haar. De afstand mijn huis en mijn ouderlijk huis was 145 kilometer, ongeveer een uur en 45 minuten rijden. Mijn kinderen (een tweeling) waren nog geen jaar oud. Het was best een ingewikkelde tijd, qua organisatie en emoties.

Toen ik jaren later in Zeeland werkte bij Manteling en samen met mijn collega een voorlichting organiseerde voor jonge mantelzorgers, besefte ik pas dat ik zelf van mijn 12e tot mijn 18e een jonge mantelzorger was geweest voor mijn oudere zus (ik was ongeveer 40 jaar). Mijn zus woonde op kamers in Schoonhoven in verband met haar studie. Ze was op een dag overspannen thuis gekomen en begon steeds ’gekker’ te doen. Twee opnames verder werd de diagnose schizofrenie gegeven. Sindsdien woont ze op het terrein van een GGZ instelling. Nee, ik vond mijn tijd als jonge mantelzorger niet echt leuk. Ik vond het zwaar.

In mijn huidige werk als maatschappelijk werker moet ik denken aan het verhaal van twee zussen. Beide dames hadden altijd thuis bij hun ouders op de boerderij hebben gewoond, om te helpen in het bedrijf. Na de dood van hun ouders zijn ze samen blijven wonen in de boerderij. De gezondheid van een van de zus verslechterde en de andere zus nam vanzelfsprekend de verzorging op zich. Er was veel zorg, liefde, maar ook frustratie. Op enig moment wilde de zieke zus niet meer eten. De verzorgende zus vond het belangrijk dat haar zus at. De frustratie maakte, dat de verzorgende zus het eten in de mond propte van haar zus. Ik kan het mij zo voorstellen; de onmacht die de verzorgende zus voelde. Maar ja, echt lief is de zorg niet op die manier. Wat met zorg begon, eindigde met mishandeling. Gelukkig werd het opgemerkt. Beide dames konden snel verhuizen naar het plaatselijke verzorgingshuis. De zussen kregen een eigen kamer. Ze waren ze nog wel bij elkaar en omdat de zorg was overgenomen, konden ze weer genieten van elkaars gezelschap.

Nu ben ik rond de vijftig en veel van mijn vrienden ook. Mijn vrienden worden nu geconfronteerd met de mantelzorg een of zelfs beide ouders. Een oudere vriendin van mij heeft een partner met dementie. Het is gewoon afwachten, wanneer het weer op mijn pad komt. Dat zijn de golven van het leven.

Als mantelzorger moet je veel ‘ballen in de lucht houden’. Hoe verander je de frustratie van ‘moet’ naar de ‘de moed’ erin houden. Daarom is het fijn dat anderen weten wat mantelzorg is. Het is fijn om er over te praten. Het is fijn als de ander iets bedenkt om je even te laten ontspannen. Het kan zo eenvoudig zijn als samen een wandeling te maken. Het is fijn als iemand even de hand op je schouder legt en zegt; ik zie dat jij je best doet en dat is goed genoeg.

Dit is waarom ik vind dat mantelzorg altijd aandacht verdient. Niet alleen in november, maar het is in ieder geval iets. Het maakt dat ik er in deze maand toch meer aan denk en meer verwarrende emoties voel. Daarom wil ik er aandacht aangeven; om mijn steentje bij te dragen. Vandaar deze blog, uit respect voor alle mantelzorgers.

de ideale mantelzorger loesje
Facebook
LinkedIn