Honden hebben geen last van zelftwijfel.
De afgelopen maand heb ik veel informatie (opnieuw) verwerkt. Veel theorie kende ik al van de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening. Maar dat is Informatie die ik twintig jaar geleden al eens heb gelezen en geleerd. Als vanzelf komt het mijn huidige werkinzet op de weegschaal: wat doe ik wel, wat doe ik niet, wat kan beter? Dit denken voelt als een soort zelftwijfel, ook als ‘baasje’ van Eevee. Want naast informatie over hoe je het beste kan coachen, leer ik ook veel over de hond. Over hoe honden vooral met lichaamstaal met mensen communiceren. Weet je dat ongeveer 70% van de communicatie tussen mensen ook via lichaamstaal verloopt?
Het belangrijkste voor mij uit alle hondeninformatie is wel dat de hiërarchie-theorie achterhaald is. Gelukkig, want ik geloof meer in de samenwerking met mijn hond en dat ze naar mij luistert, omdat ze weet dat ik het goed bedoel, dan dat ik DE BAAS ben. Ik kan toch niet zo goed DE BAAS spelen/zijn. DE BAAS zijn is iets wat ik wisselend inzet en dan vooral om gevaarlijk gedrag te stoppen.
Het is heerlijk om mij af te laten leiden door kennis te vergaren op hondengebied, maar er is nog een ander aspect van coachen. En dat komt met veel zelfonderzoek, merk ik. Coachen, als methodiek is een begeleidingsvorm, waarbij de cliënt gestimuleerd en uitgedaagd wordt, over zichzelf en de opgedane ervaringen na te denken en tot eigen oplossingen te komen. Okay, maar hoe zit het dan met mijn werk als ambulant hulpverlener?
In mijn dagelijkse werk, geef ik toch ook informatie, laat ik de andere kant van de medaille zien of het verhaal weergeven hoe een ander dezelfde dingen toch anders kan ervaren en daardoor andere beslissingen neemt. Mag dat wel?
Er zijn meerder beschrijvingen van hulpverlening, zoals bijvoorbeeld counseling. Bij counseling heeft de hulpverlener meer de rol als specialist en dus zal deze eerder adviseren en suggesties doen. Yes, die beschrijving past wel bij mij.
Maar dan? Counseling ligt dicht tegen de humanistische psychologie (Rogers) aan en is ervaringsgericht. Carl Rogers verwacht van de hulpverlener, dat er een klimaat van emotionele warmte, oprechte belangstelling en aanvaarding van de cliënt is. Dat past ook nog wel bij mijn manier van werken. Carl Rogers wil dat de houding van de hulpverlener non-directief is. Ha, en dan klopt het niet meer bij mijn werkwijze. Ik geef vaak informatie om de cliënt te sturen naar de beste keuzes voor zichzelf, de omgeving en de samenleving. Soms is een afspraak gewoon niet lang genoeg om te wachten op de persoonlijke groei-ervaring van de cliënt.
Ik ben hopeloos positief ingesteld, dus geen reden tot paniek. Ik hoef geen carrière switch te maken (nog niet). Zelftwijfel is de sleutel tot een persoonlijke groei-ervaring, toch? Even weer nadenken over mijn hulpverlenersinbreng: wat doe ik goed, wat kan beter? Volgende week tijdens mijn afspraken maar wat meer achteruit leunen en met nieuwsgierigheid onderzoeken wat de cliënt gelooft en denkt. Dit kan door meer vragen stellen, zoals wat als? Wat bedoel je daarmee? Wat betekent dat voor een ander?
Voor de toekomst is het de bedoeling dat mijn hond Eevee onderdeel wordt van de hulpverlening. Dus hoe past Eevee in dit geheel? Kijk, en da’s nou zo mooi! Eevee is wat ze is. Eevee is een hond. Als hond is zij altijd in het hier en nu. Eevee doet het altijd goed. Honden zijn in basis conflict mijdend, observeren, volgen de mens en passen zich aan.
Als er iets mis gaat, dan heb ik als hulpverlener en baasje niet goed opgelet! Dat is dan weer een beetje lastig. Dat is een hele verantwoordelijkheid. Want als hulpverlener moet ik dus 100% aandacht hebben voor de cliënt en 100% aandacht hebben voor Eevee.
En, ho, ho, ondertussen moet ik mij ook nog realiseren wat mijn eigen normen en waarden zijn en deze niet inzetten om ‘conclusies’ te trekken. Wat trouwens heel menselijk is. Maar daarnaast mag ik niet vergeten dat communicatie niet alleen de woorden zijn, want de toon maakt de muziek. Maar ook dat minimaal 70% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal! Welk gedrag laat de cliënt zien wat laat de hond zien EN wat laat ik zien? Dit alles mag je dan bespreekbaar maken om het leerproces van de cliënt te ondersteunen.
Wat is het werken met mensen toch complex. Het is ingewikkelder dan wat menigeen denkt te zien: ‘op de bank zitten, thee drinken en maar wat kletsen.’ Tja, dat is mij al menig keer vertelt door jan-en-alleman.
Toch vind ik dat ik een mooi beroep heb en ik ben blij dat Eevee gaat mij helpen. Als hond is zij altijd in het hier-en-nu, heeft geen ‘verborgen agenda’ en kan niets verkeerds zeggen!